Haïti: waar vijftig procent van de bevolking nog steeds analfabeet is
Zo’n 57 procent van de Haïtiaanse kinderen wordt ingeschreven op een lagere school, maar slechts een derde zal het zesde leerjaar bereiken. Volgens Terre des Hommes gaan meer dan een half miljoen kinderen niet naar school. De kwaliteit van de schoolinfrastructuur en het onderwijs in Haïti zijn vaak ook erbarmelijk. Volgens een rapport van de Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie USAID uit 2016 kan 75 procent van de kinderen na het eerste leerjaar nog altijd niet lezen of schrijven, zelfs na het tweede leerjaar kan de helft dit nog altijd niet. Niet zo vreemd dat vijftig procent van de Haïtiaanse bevolking analfabeet is.
Historisch: Cunina in Haïti
Lang voor de geboorte van Cunina, rond 1981, leerde Sophie Jef Hoet kennen. Jef vertelde over zijn broer Jan, die missionaris was in Haïti en over de moeilijke levensomstandigheden in het land. Het verhaal maakte diepe indruk op Sophie. Zij nam daarom pen en papier en begon te schrijven naar pater Jan, die van dezelfde congregatie bleek als haar nonkel pater, Alfons Kempen. Na maanden kwam er eindelijk luchtpost uit Haïti met een antwoord. Met de Canadese hulporganisatie, waarvoor Sophie in die tijd actief was, zou Sophie jaren samenwerken met Jan.
Het duurde wel nog tot november 1989 vooraleer Sophie voor het eerst een bezoek zou brengen aan dit land dat tot de allerarmste van het noordelijk halfrond behoort. Eenmaal thuis was het niet makkelijk om de draad weer op te nemen. Het bleek moeilijk om de gevoelens die opduiken bij de confrontatie met extreme armoede en geweld over te brengen aan mensen die dat nog niet hebben meegemaakt. Met een hoofd vol ideeën zou Sophie een jaar later haar eigen organisatie, Cunina, oprichten en alzo de cirkel van armoede proberen te doorbreken door kinderen op de schoolbanken te zetten. Zo werd Haïti het allereerste partnerland van Cunina. Er werden peterschappen en projecten opgestart in de dorpen Mombin Crochu en La Victoire, en later ook in de hoofdstad Port-au-Prince.
Een jaar na de aardbeving van 2010 besloot Sophie om ook de lamentabele infrastructuur van haar partnerscholen in het diepe binnenland te verbeteren. Hier waren Vlaamse missionarissen, waaronder Pater Jan Hoet, met een onderwijsprogramma gestart in de moedertaal, het Creools. Er werd dus niet meer in het Frans, de taal van de kolonisator, onderwezen. Cunina koos ervoor samen te werken met deze scholen uit respect voor de eigen cultuur en bouwde er zes nieuwe scholen, uitgerust met degelijk meubilair en didactisch materiaal. Tot enkele jaren geleden zaten de kinderen vaak gewoon op de grond en het weinige materiaal dat er was, was tot op de draad versleten. Nu beschikken ze over frisse, ruimere klaslokalen die de kinderen beschutten tegen de zon en het stof als het heet is en tegen zware regen tijdens het regenseizoen.
Tijdens de coronapandemie bouwde Cunina in haar zes partnerscholen honderdtwintig hurktoiletten en watervoorzieningen. Vroeger beschikten sommige van deze scholen zelfs niet over wc's en sanitaire basisfaciliteiten. De kinderen waren genoodzaakt hun behoefte op de speelplaats te doen en hadden kans om ziekten zoals cholera op te lopen. Nu kunnen alle drieduizend leerlingen gebruik maken van hygiënisch sanitair.
Onze projecten in Haïti
Steun onze projecten in Haïti
Omdat de nood aan onderwijs zo enorm groot is in Haïti kunnen wij alle steun gebruiken om nog meer kinderen op de schoolbanken te zetten en te behoeden voor een leven in grote armoede. Ook voor de hurktoiletten die we momenteel plaatsen is er nog veel geld nodig. Jij kunt ons hierbij helpen!
Ik wil een project steunen in Haïti