Het Himalayagebergte wordt ook wel de 'Derde pool,' genoemd: alleen op de Noord- en Zuidpool is er meer ijs te vinden. In de hoge bergen ontspringen ook drie van de grootste rivierstelsels ter wereld: de Indus, Ganges en Brahmaputra. Maar ook kleinere rivieren, zoals de Arun, stromen er overvloedig. Genoeg water voorhanden, zou je denken. Maar niets is minder waar.
Naast het dorp Walung, op 910 meter hoogte, ligt de kolkende rivier Arun. Bewoners van de andere kant van de rivier wagen hun leven als ze zich naar deze zijde begeven. De overtocht gebeurt in een rieten mandje dat hangt aan een touw dat over de rivier is gespannen. Regelmatig valt er iemand over de rand naar beneden. Meer dan eens wordt het lichaam van de drenkeling nooit meer teruggevonden. Ondanks de hoeveelheid water in de buurt is er in Walung een groot tekort aan schoon water. Een catastrofe voor de boeren, een groot ongemak voor de bewoners. Om de bevolking in het dorp op de flank van de berg Makalu van water te voorzien, legt Cunina in 2001 een waterleiding aan van maar liefs achttien kilometer.
Hierdoor kunnen de inwoners van Walung, afstammelingen van Tibetaanse kolonisten die het boeddhisme aanhangen, altijd beschikken over voldoende schoon water dat ze kunnen tappen aan de fontein die Cunina in het dorp liet aanleggen. Voor de bewoners is de waterleiding een levensader. De hele dag is het een komen en gaan bij de fontein, waar mensen elkaar treffen met emmers en bidons. De fontein voorziet Walung niet alleen van voldoende schoon water, maar geeft ook het sociale leven in het dorp een nieuwe boost.
Vandaag de dag de bewoners gewoon de brug overlopen als ze de andere kant van de oever willen bereiken.