Briefwisseling overzicht alle landen NL website 23

Postmomenten

Hierboven zie je wanneer je post ontvangt en wanneer je deze mag versturen.

Post van je petekind!

Voor je petekind is het natuurlijk heel leuk om een bericht van jou te ontvangen. Op deze manier maak je het peterschap heel concreet en kan je met hem of haar een persoonlijke band opbouwen. Wij moedigen dan ook iedereen aan om twee keer per jaar een brief of een kaartje terug te schrijven. Het klinkt misschien ouderwets, maar een handgeschreven brief is de meest persoonlijke vorm van correspondentie.

De post verloopt altijd via Cunina. Dit doen wij om jou en je petekind te beschermen. Zo vermijden wij bijvoorbeeld dat kinderen bedelbrieven schrijven. Ook kunnen wij zo garanderen dat je als peetouder effectief twee keer per jaar een brief ontvangt. Schrijf daarom geen persoonlijke contactgegevens, zoals je adres of je e-mail, in je brief.

Geen pakjes

Hoe verleidelijk het ook is om je petekind wat extra’s toe te stoppen en pakjes op te sturen, wij vragen uitdrukkelijk om dit niet te doen. Het werkt alleen maar jaloezie in de hand. Bovendien brengen pakjes ook extra portkosten met zich mee.

Het is dan ook verboden om geld, juweeltjes of snoepjes op te sturen. Deze worden immers niet verzonden naar je petekind. Bedenk dat je een kind al het grootste geschenk geeft: de mogelijkheid om naar school te gaan en kansen te creëren voor een betere toekomst.

Het beste wat je kunt doen, is je petekind stimuleren en steunen in zijn of haar schoolopleiding. Bemoedigende woorden betekenen veel voor een petekind dat vaak in een moeilijke thuissituatie leeft. Laat hen weten dat je trots bent dat ze hun best doen en goede punten behalen.

Vermijd boodschappen als: ‘Ik zal je altijd helpen,’ omdat ze verkeerd opgevat kunnen worden. Petekinderen komen uit erg arme gezinnen. Het creëren van valse hoop is daarom geen goed idee. Let er ook op dat je niet te veel pronkt met je eigen rijkdom. Schrijf liever over je werk en je leven, over je hobby’s of over tradities in ons land, zoals frietjes en voetbal en hoe wij kerst vieren. Stel vragen als: Heb je broertjes en zusjes? Hoe laat sta je op? Hoe ga je naar school? Welk vak vind je het leukst? Wat eet je graag? Hoe heten je vriendjes? Vragen als 'wat wil je later worden?' vermijd je beter ook.