Getuigenis peetouders Marina Hugo

“Een jongen, een meisje, uit welk land? Het maakte ons niet uit, wél wilden we liefst een leeftijdsgenootje van onze kinderen die toen bijna elf en twaalf jaar waren.”
Marina en Hugo

"Voor ons begon het verhaal in 1993. Ik bladerde in een tijdschrift en botste op een artikel van Sabine De Vos over de werking van Cunina. Ik was meteen verkocht. Impulsief belde ik mijn man met de vraag of het oké was om een kindje te ‘adopteren.’ “Hmmm..., ja zeker..,”zei hij. Ik had er nog niet bij vermeld dat het om een financiële adoptie ging.

Maar kwam al het geld wel terecht zoals beloofd? Ik nam de telefoon vroeg het aan de bezieler van Cunina, Sophie Vangheel. Dat ‘even’ werd een lang gesprek. Haar enthousiasme was zo aanstekelijk, ik was overtuigd.

Een jongen…, een meisje…, uit welk land…? Het maakte ons niet uit, wél wilden we liefst een leeftijdsgenootje van onze kinderen die toen bijna elf en twaalf jaar waren. Zij waren eerst een beetje ontgoocheld, omdat ze dachten dat er bij ons thuis een speelkameraadje en een bed bij kwam. Ons petekind werd een achtjarig Filipijns meisje: Rhea Maye. Via brieven leerden we het hele gezin kennen: ook haar ouders, broer en zus.

Het hoogtepunt kwam er in het jaar 2000. We gingen met ons gezin mee op inleefreis met Cunina en andere families en gelijkgestemden waar we nu nog steeds contact mee hebben. Rhea was ondertussen bijna zestien jaar. We hadden samen de tijd van ons leven en de uitstap naar de rijstterrassen van Banaue blijft levenslang op ons netvlies gebrand.

We zijn Rhea blijven steunen voor een hogere opleiding boekhouden en later ook voor haar staatsexamen. Nadien vond ze snel werk in Manilla bij een maritiem bedrijf. Momenteel werkt ze voor een ngo en is ze moeder geworden van een flinke dochter. Cunina heeft veel betekend voor haar leven. Daarom hebben we sinds vorig jaar opnieuw een petekind, een Filipijns meisje van negen jaar. Hopelijk wordt het een even mooi en succesvol verhaal.

Onze dochter Elke behaalde ondertussen ook haar diploma antropologie, gevolgd door een specialisatiejaar ontwikkelingssamenwerking. In haar zoektocht naar een gepaste job kwam er in 2006 toevallig een vacature vrij bij Cunina en kon ze eraan de slag. Voor ons was de cirkel toen rond.

Natuurlijk loopt het niet altijd vlotjes. Zo leerden we via onze petekinderen in Zuid-Afrika de problematiek van de aidswezen beter kennen. Zuid-Afrika is een ontzettend prachtig land, we gingen er ook op inleefreis, maar er is daar bijna een volledige generatie verdwenen door aids. Als de ouders overlijden, moeten kinderen soms verhuizen naar een familielid dat dikwijls te ver woont van de Cuninaschool. Of ze dan nog naar een andere school kunnen of mogen gaan, is maar de vraag. Dit gebeurde jammer genoeg ook met onze petekinderen. Gelukkig kregen ze wel al een basis met algemene kennis en leerden ze lezen en schrijven. We kunnen alleen maar hopen dat ze goed terechtkwamen.

In Haïti startte ons verhaal met Brigitte die heel graag verpleegster wilde worden. Ze was al een twintiger toen we haar leerden kennen. Ook daar heeft het noodlot lelijk huisgehouden. De zware aardbeving in 2010 legde het land letterlijk en figuurlijk plat, ook het studentenhuis van Cunina. Van de miljoenen die werden ingezameld door verschillende organisaties is volgens sommige bronnen weinig concreets te zien in het land. Cunina heeft er als kleinere organisatie voor gezorgd dat er met de giften een nieuw studentenhuis is aangekocht (het oude studentenhuis was ingestort-nvdr) en de kinderen opnieuw naar school konden. Ook Brigitte kon weer naar school. Ze is nu afgestudeerd en is werkzaam als verpleegster.

Elke deed haar job bij Cunina vol enthousiasme, maar Afrika bleef haar aantrekken. Ze is uiteindelijk met haar Oegandese partner en hun twee kindjes verhuisd naar zijn thuisland waar ze een nieuwe baan heeft gevonden. Gelukkig voor ons is er Skype en een prima telefoonverbinding. Toen Cunina in Oeganda twee projecten startte - in Mbarara en Fort Portal - konden we de gelegenheid niet laten liggen om het geboorteland van onze schoonzoon te steunen.We hebben er nu twee petekinderen en hopen dat ook zij een diploma zullen behalen.

Meer dan 22 jaar zijn we al fan van Cunina. De verhalen en foto's uit Sophies prachtige boek ‘Moeder van 12.000 kinderen’ zijn dan ook zeer herkenbaar zijn voor ons. We blijven enthousiast en beseffen maar al te goed dat we blij en dankbaar moeten zijn met de plaats waar onze wieg stond."